VMBO scholen

Uw vmbo website

Hier uw Bedrijfsnaam? | +Adres | +Postcode | +Plaatsnaam

Hier uw bedrijfsprofiel omschrijving inzake diensten en producten.

Telefoon : Uw telefoon nummer | Fax: Uw fax nummer

E-mail : [email protected] | www.domeinnaam.nl | Pagerank

Twitter Facebook Linkedin Google+ Youtube

Product Dienst / bedrijfsprofiel Aanbieding(en) Vacature(s)

* Uw vmbo website vindbaar bij Google vanaf slechts € 495,- per jaar!

Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, meestal afgekort tot vmbo, is een van de vier vormen van voortgezet onderwijs in Nederland. De scholieren op het vmbo worden wel vmbo'ers of vmbo-leerlingen genoemd. Het vmbo bestaat sinds 1999. In de Wet op het voortgezet onderwijs (art. 21) en de Wet voortgezet onderwijs BES (art. 44) is bepaald dat een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo), een school voor voorbereidend beroepsonderwijs (vbo), of een scholengemeenschap waarvan in ieder geval een school voor mavo of een school voor vbo deel uitmaakt, in het maatschappelijk verkeer voor die school de aanduiding voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs kan hanteren. Het vmbo sluit, net als de havo en het vwo, aan op de basisschool, en duurt vier jaar (leeftijd: 12-16 jaar). Van alle scholieren in het voortgezet onderwijs in Nederland zit meer dan 60 procent op het vmbo. Daarbij zijn inbegrepen de leerlingen die leerwegondersteunend onderwijs volgen. Zo'n 20 procent van alle scholieren gaat naar het vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs), ongeveer 20 procent naar het havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) en een klein percentage naar het praktijkonderwijs. Vso-scholen (voortgezet speciaal onderwijs) kunnen ook dit soort onderwijs geven, dat dan 4 of 5 jaar duurt (leeftijd: 12-17, 18, 19 of 20 jaar). De leerlingen moeten dan of staatsexamen doen, of examen doen op een school voor voortgezet onderwijs waar ze tot het eindexamen worden toegelaten, ook al staan ze er niet ingeschreven. Het vmbo biedt vier leerwegen in het voortgezet onderwijs die toeleiden naar het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Deze hebben de oude differentiatie van onderwijsvormen vervangen. De leerwegen binnen het vmbo verschillen vooral in de mate waarin de praktijk een plaats heeft in het onderwijs. Van meest praktisch naar meest theoretisch gerangschikt zijn de volgende leerwegen te onderscheiden: Basisberoepsgerichte leerweg (BB) De basisberoepsgerichte leerweg is bestemd voor leerlingen die vooral praktisch ingesteld zijn. Qua theoretische belasting is deze leerweg minder zwaar dan de kaderberoepsgerichte leerweg, vandaar ook de benaming. De leerlingen doen examen in vier algemene vakken en een beroepsgericht vak. Het examenprogramma voor deze leerweg is minder uitgebreid en meer praktisch dan dat van de andere leerwegen. Kaderberoepsgerichte leerweg (KB) De kaderberoepsgerichte leerweg wordt net als de basisberoepsgerichte leerweg gegeven op de vroegere vbo’s. Deze leerweg is voor leerlingen die theoretische kennis het liefst opdoen door praktisch bezig te zijn. De benaming verwijst naar het feit dat de leerlingen al bezig zijn met een opleiding die in zijn geheel gericht is op een functie op kaderniveau (niveau 3 of 4 in het mbo). De leerling doet examen in vier algemene vakken en een beroepsgericht vak of programma met een omvang van 960 uur. De kaderberoepsgerichte leerweg kan vaak ook geassocieerd worden met de voormalige vbo-mavo-c, waarbij vooral mavo-c wordt bedoeld. Tussen vmbo-kbl-examens en -lesstof en vmbo-tl-examens en -lesstof zijn er vaak overeenkomsten in de vragen en de moeilijkheidsgraad ervan. Gemengde leerweg (GL) De gemengde leerweg is bedoeld voor leerlingen die op zich weinig moeite hebben met studeren, maar zich ook al gericht willen voorbereiden of oriënteren op bepaalde beroepen. De benaming gemengde leerweg betekent dus een combinatie van theoretisch (algemeen) en praktisch (beroepsgericht) onderwijs. Leerlingen doen examen in vijf algemene vakken, en een beroepsgericht vak. De gemengde leerweg is qua niveau gelijk aan de theoretische leerweg. Het programma en het examen van de algemene vakken zijn precies gelijk aan dat van de theoretische leerweg. Naast de vijf algemene vakken kiezen leerlingen een beroepsgericht programma van 320 uur. Dit bestaat uit een beroepsgericht vak binnen de sector die de leerling heeft gekozen, zoals het vak elektrotechniek binnen de sector techniek, of het vak verzorging binnen de sector zorg en welzijn. Er zijn, vooral in de gemengde leerweg, ook intersectorale programma’s. Dat zijn beroepsgerichte programma’s die breder zijn dan één sector. Theoretische leerweg (TL) De theoretische leerweg en de sectoren van de mavo hebben, samen met de gemengde leerweg, qua cognitieve vakken, het hoogste niveau. Deze leerweg is niet gericht op een bepaalde beroepskeuze. Vandaar de benaming theoretische leerweg. De leerlingen doen examen in zes algemene vakken zoals diverse talen, geschiedenis, wiskunde etc. Het vmbo is onderverdeeld in sectoren. Er zijn vier verschillende sectoren: Economie, Techniek, Zorg en Welzijn, Landbouw (de groene sector).